De moderne Yangstijl is gebaseerd op de vorm van Yang Chengfu de kleinzoon van Yang Luchang. Yang Chengfu was niet literair aangelegd, maar hij gaf bepaalde leerlingen de opdracht zijn mondeling onderricht neer te schrijven en te verspreiden. Zo kwamen ook de bekende 10 aandachtspunten tot ons.
Door een aantal belangrijke punten waarop je als beoefenaar moet op letten naar voor te schuiven maakte Yang Chengfu de principes van taijiquan toegankelijk voor iedereen. In een eerst boek had hij het nog over 14 punten, maar later werden deze herleid tot 10.
In 1934 verscheen Taijiquan ti yong quanshu - Alle principes en toepassingen van taijiquan (ondertussen vertaald naar het Engels door Louis Swaim) met de volgende inleiding door Yang Chengfu zelf:
Het is de bedoeling in dit boek evenveel belang te hechten aan de principes als aan de toepassingen. Het aantal mensen dat taijiquan beoefent neemt steeds toe. Maar, zonder te begrijpen hoe principes en toepassingen in elkaar passen kan je slechts weinig voordeel halen uit deze discipline. Ik heb geen belangstelling voor geld en rijkdom, maar ik hoop enkel dat ik mensen kan vinden die moedig en ambitieus genoeg zijn om zich volledig aan hun vorderingen te wijden. Samen met al mijn landgenoten wens ik hen aan te moedigen.
Taijiquan is gebaseerd op het Grote Oneindige en de acht trigrammen uit de I Ching. Drie concepten liggen aan de basis van deze discipline : 'Shen' (essentie -vert.), 'Qi' (energie - vert.) en 'Xing' (vorm - vert.). Wanneer deze alle drie worden ontwikkeld dan zal je taijiquan compleet zijn.
De vorm is gebaseerd op het Grote Oneindige en de acht trigrammen. Qi is niets anders dan yin en yang, hard en zacht. Onder dit alles ligt datgene dat onveranderd blijft te midden van verandering, de wortels van de transformatie, Shen. Leerlingen moeten eerst de vorm correct leren uitvoeren om zo hun Qi te laten toenemen. Na een aantal jaren zullen zij als vanzelf de Shen kunnen bevatten.
De kern van taijiquan ligt in controle over beweging en stilzijn. Wanneer we oefenen moeten we het juiste evenwicht vinden tussen hoge en lage posities, tussen zachtheid en kracht in onze bewegingen, tussen het uitdeinen en beheersen van onze aanval en verdediging, tussen de kracht en de fijnheid van onze ademhaling en ook onze ademhaling en de stand van ons middel, hoofd, rug en buik perfect aanvoelen. Wanneer je een hoge positie plots opvolgt met een lage, een snelle beweging met een trage, je eerst licht maakt en dan zwaar, plots uithaalt om dan weer te wijken, je groot maakt en daarna weer klein, ben je verkeerd bezig. Ook zonder regelmaat links en rechts stappen terwijl je van hoogte verandert en je blik alle kanten uitgaat, is verkeerd. Enkel wanneer we de juiste maat vinden voor de hoogte van onze posities en de snelheid van onze bewegingen kunnen we afstand doen van de noodzaak van rigide regels.
Er zijn dertien belangrijke punten waarop we bij het beoefenen van taijiquan moeten letten. Dit zijn ze :
- Laat de schouders en de ellebogen zinken.
- Ontspan de borst en recht de rug.
- Laat de qi afdalen naar de dantian.
- De energie die je op de kruin van je hoofd voelt, moet licht en gevoelig zijn.
- Ontspan de heupen en de buik.
- Maak een onderscheid tussen vol en leeg.
- Zorg voor een goede coördinatie tussen boven- en onderlichaam.
- Gebruik je gedachten i.p.v. kracht.
- Zorg voor harmonie tussen het innerlijke en het uiterlijke.
- Verbind je geest met je qi.
- Zoek stil-zijn in je bewegingen.
- Breng stil-zijn en beweging samen tot eenheid.
- Elke positie moet gelijkmatig worden uitgevoerd.
Dit zijn de dertien punten. Elke beweging is belangrijk. Elke positie moet precies worden uitgevoerd. Niet één van deze dertien punten mag uit het oog worden verloren. Ik hoop dat elke leerling voor zichzelf een kritische en oplettende houding aanneemt. De toepassingen voor zelfverdediging die in dit boek worden beschreven zijn bestemd voor diegenen die al geruime tijd taijiquan beoefenen en vorderingen wensen te maken. Zij moeten zich niet teveel houden aan een bepaalde richting bij het uitvoeren van een toepassing en kunnen experimenteren met de vier zijden en hoeken van het vierkant. Studenten die de vorm nog niet beheersen laten de toepassingen beter voor wat ze zijn. Zonder een goede basis is geen resultaat mogelijk. Ik hoop dat beginnende beoefenaars de foto's van de posities goed zullen bestuderen. Wanneer je de vorm goed kan uitvoeren dan is het niet moeilijk de toepassingen aan te leren.
Er is slechts één taijiquan-school er zijn geen twee methoden. Laat je niet bedriegen door je eigen vindingrijkheid door hier wat weg te laten en daar wat toe te voegen. Indien er wijzigingen noodzakelijk waren in deze eeuwenoude methoden dan waren ze al lang geleden, tijdens de vele eeuwen van de Yuan en Ming dynastieën tot onze huidige tijd, doorgevoerd. Is het denkbaar dat er voor bepaalde wijzigingen gewacht werd tot onze generaties? Ik hoop dat studenten in de toekomst zich niet zullen laten leiden door het uiterlijke, maar steeds zullen zoeken naar de innerlijke waarheid. Wanneer je wilt doordringen tot het hoogst niveau moet je geduldig zijn. Het belangrijkste bij de studie van de verschillende posities is niet de uiterlijke vorm, maar een goed begrip van de achterliggende gedachte. Het grootste gevaar komt van het invoeren van eigen vernieuwingen en het doorgeven van deze ideeën als werkelijke overleveringen. De echte principes en toepassingen kunnen zo gemakkelijk verloren gaan, en begraven worden onder valse elementen zodat de oorspronkelijke bedoelingen van de oude meesters verborgen blijven. Daarvoor bieden wij dit boek aan, dat gebaseerd werd op de klassieke teksten, als een standaard voor de toekomst.
Taijiquan werd niet gecreëerd om met bandieten te vechten. De Onsterfelijke, Chang Sanfeng heeft deze zachte krijgskunst uitgevonden als hulpmiddel om in goede gezondheid te blijven. Iedereen die zich aangetrokken voelt tot een lang, gezond en streng leven, vrij van ziekte kan taijiquan beoefenen. Of je gestudeerd hebt of niet, nu in goede gezondheid bent of niet, of je oud bent of jong, man of vrouw, dit heeft geen belang. Iedereen die regelmatig en ernstig oefent zal na hoogstens drie jaar resultaten boeken. Op de vraag hoe taijiquan nuttig kan zijn is het antwoord eenvoudig : dankzij taijiquan kunnen wij zonder kracht te gebruiken ons toch niet bedreigd voelen door de kracht en de macht van anderen. Indien iemand die over veel kracht beschikt ons zou aanvallen dan is onze superieure zachtheid voldoende om hem te overwinnen. We slagen hierin door de kracht van onze tegenstander te volgen. We kunnen ook zeggen dat de sleutel tot een goede gezondheid te vinden is bij het cultiveren van zwakheid. De verschrikkelijke kracht van legendarische krijgers zoals Meng Pen en Xia Yu is voor beoefenaars van taijiquan zeker geen voorbeeld.
Wanneer je de vorm aanleert moet je alle haast vermijden. Probeer elke dag één of twee bewegingen grondig in te oefenen en je zult zo hun diepere betekenis kunnen bevatten. Diegenen die teveel in één keer aanleren blijven oppervlakkig bezig. Ga na je training niet onmiddellijk zitten, maar loop even rond zodat je qi- en je bloedsomloop terug tot rust komen.
Wanneer je in de zomerhitte hebt getraind vermijd dan je handen te wassen met koud water want je kan hierdoor "vuur" krijgen. Trek in de winter onmiddellijk na de training iets warms aan om verkoudheden te vermijden. Gedurende de winter en de zomer zal je flink vorderen. Dit stemt overeen met het gezegde : "Oefen gedurende de drie maanden na de winter- en zomerzonnewende.."
Gedurende deze maanden is de kracht van de zon groter dan tijdens de lente en de herfst. Oefen ook 's morgens na het opstaan en 's avonds voor het slapengaan. Indien je deze raad opvolgt zal je snel grote vorderingen maken.
In het eerste boek uit 1925 van de hand van Chen Weiming, had Yang Chengfu het nog over 10 belangrijke punten. 3 en 4 uit de bovenstaande opsomming kwamen eerder niet aan bod. 12 en 13 werden als een punt beschouwd, nl. continuïteit in de beweging. In het boek van Wong Kiew Kit (The Complete Book of Tai Chi Chuan) vinden we deze 10 punten terug, met de volgende commentaar van Wong:
Alhoewel Xing (vorm) van de drie fundamentele elementen van de taijiquan de minst belangrijke is -de andere elementen zijn Qi (energie) en Shen (essentie)- is dit voor beginners zeker het meest voor de hand liggende element. Slechts wanneer je de taijiquan vorm correct kan uitvoeren zullen ook de andere elementen toegankelijk worden. Vandaar dat de Tien Belangrijke Punten van de Taijiquan van Yang Chengfu, waar veel nadruk gelegd wordt op de correctheid van de vorm, beginnende leerlingen goed kan vooruithelpen.
Yang Chengfu was de meester die overblijfselen van de krachtige, explosieve chen-stijl die nog in de vorm van zijn grootvader, vader en oom aanwezig was, elimineerde en zo de Yangstijl omvormde tot de zachte en gratievolle vorm die we nu kennen. Hij kristalliseerde zijn ideeën over taiji uiteindelijk in Tien Belangrijke Punten van de Taijiquan:
Om dit mogelijk te maken moet je het hoofd rechtop houden. Forceer niets. Je kunt kracht gebruiken en toch het hoofd rechtop houden, maar dan kunnen noch je bloed, noch je Qi vrij stromen. Zelfs als je absoluut shen wil laten opstijgen, zal er niets gebeuren wanneer je de dingen forceert. Zo bereik je geen geestelijke frisheid.
Ontspan de borst betekent dat je de borstkas iets moet intrekken zodat Qi kan zinken naar de dantian (je energieveld in de buik zowat 3 centimeter onder de navel - noot van de auteur). Zet je borstkas niet uit. Indien je dit doet dan stroomt je qi naar boven en wordt je top-zwaar en zullen je hielen zweven. Door de rug te strekken concentreer je Qi in je rug. Wanneer je de borstkas ontspant en laat zinken zal je op een natuurlijke manier je rug rechten. Wanneer je dit doet dan kan je ook de innerlijke kracht van je rug gebruiken en zo in een gevecht overwinnen.
Met je middel, buik en heupen, controleer je je hele bovenlichaam. Wanneer je middel ontspannen is dan kunnen je voeten sterk zijn en is je hele positie stevig. Alle variaties op, en interacties tussen schijnbeweging en werkelijke aanval of verdediging ontstaan in de buik. Denk aan het gezegde : Levenswil put kracht uit de buik. Wie bij een gevecht kracht tekort komt, kan dit meestal veranderen door buik en heupen beter te ontspannen.
Vol en leeg goed onderscheiden is de eerste fundamentele regel voor een correcte taijiquan. Wanneer je hele gewicht boven je rechterbeen is dan is je rechterbeen vol en je linkerbeen leeg. Is je gewicht boven je linkerbeen dan is dat been vol en je rechterbeen leeg. Wanneer je een duidelijk onderscheid kan maken tussen vol en leeg, dan worden je bewegingen vlot en soepel, alsof ze geen inspanning kosten. Maak je dit onderscheid niet, of onvoldoende, dan worden je stappen zwaar, je posities onstabiel en hieruit kan je tegenstander gemakkelijk voordeel halen.
De schouders laten zinken betekent dat je beide schouders goed ontspant en op een natuurlijke manier laat hangen. Indien de schouders niet afhangen maar opgetrokken worden dan gaat de qi stijgen en je hele lichaam zal kracht tekort komen. De ellebogen laten zinken betekent dat beide ellebogen ontspannen moeten zijn en dat je ze iets moet laten zakken. Wanneer je de ellebogen te hoog houdt zal je de schouders niet kunnen laten zinken. Je Qi-circulatie zal dan zeer beperkt zijn; deze vorm van zwakte is te vergelijken met het probleem van de gebroken kracht uit de externe gongfu (kung fu).
Wanneer je taijiquan oefent, moet je ganse lichaam ontspannen zijn; je spieren, bloedsomloop en beenderen vertonen niet de minste spanning want dit leidt tot innerlijke blokkeringen. Wanneer je deze totale ontspanning hebt bereikt kan je op een soepele en vindingrijke manier alle cirkel-vormige bewegingen van de taijiquan uitvoeren. Sommige mensen zullen zich afvragen hoe je kracht kan ontwikkelen zonder kracht te gebruiken? Dit kan omdat in ons lichaam meridianen bestaan, die zijn zoals de kanalen en de rivieren. Wanneer deze niet geblokkeerd zijn dan stroomt het water ongehinderd naar de zee. Zijn onze meridianen niet geblokkeerd dan stroomt onze Qi harmonieus rond. Wanneer het lichaam gespannen is door (spier)kracht, dan zijn Qi- en bloedsomloop geblokkeerd, en zijn onze bewegingen hoekig en onnatuurlijk. Wanneer je geen kracht gebruikt, maar enkel je wil, zal je je qi kunnen leiden. Om dit te bereiken moet je qi en bloed vrij door je lichaam doen stromen, zonder onderbreking. Met doorzettingsvermogen en geduldig oefenen ontwikkel je echte innerlijke kracht. Daarom wordt gezegd: Wees in de eerste plaats van een absolute zachtheid en zwakte, en vervolgens extreem hard en krachtig. De arm van een taijiquan-beoefenaar is zoals een ijzeren staaf ingepakt in watten. Beoefenaars van externe krijgskunsten kunnen alles aan wanneer zij kracht gebruiken, maar zonder deze kracht verliezen zij hun macht. Kracht gebruiken zonder wil leidt gemakkelijk tot een verlies van stabiliteit. Dit geeft aan dat hun kunst oppervlakkig en onvolledig is.
De betekenis van dit punt wordt uitgelegd in de taijiquan-klassieken: De voeten zijn de wortels, de uitvoering gebeurt door de benen, de controle door de heupen, en de handen en vingers maken het concreet. Van de voeten naar de benen en de heupen wordt de beweging uitgevoerd in één Qi (continu en spontaan, zonder onderbreking binnen één ademhaling - noot van de auteur). De bewegingen van de handen, de heupen, de benen en zelfs de ogen zijn één beweging; enkel dan is er spraken van een coördinatie tussen boven- en onderlichaam. Indien één beweging ontbreekt, indien er ook maar één onderbreking is , dan is de eenheid van beweging zoek.
Taijiquan beoefenen gebeurt in de geest; op deze manier is de geest de bevelhebber en het lichaam de uitvoerder. Wanneer onze geest goed geoefend is dan worden onze bewegingen van nature licht en soepel. De taijiquan-posities zijn niets anders dan opeenvolgende open en gesloten posities, al dan niet echt of schijnbaar gesloten of open. Een open positie is niet alleen een positie waarbij de handen en benen worden uitgestrekt en geopend, maar ook waar de geest wordt uitgestrekt en geopend. Een gesloten positie is het niet alleen zo dat armen en benen worden terug getrokken, maar ook de geest wordt teruggetrokken, gesloten en gefocust.
Bij externe krijgskunsten is kracht het resultaat van onnatuurlijke, aangeleerde spanning: dus is er begin en einde, continuïteit en onderbreking. Wanneer de oude kracht is uitgewerkt, maar de nieuwe is nog niet opgewekt is er een moment waarop je tegenstander je kunt verslaan. Bij taijiquan wordt wil gebruikt en geen kracht; van het begin tot het einde is deze wil continu, zonder onderbreking; na elke cyclus stroomt Qi vrijuit, zonder einde of begin.
Externe krijgskunsten leggen de nadruk op lopen en springen; er wordt veel inspanning geleverd en de beoefenaars zijn na de training steevast buiten adem en moe. Bij taijiquan ligt rust aan de basis van de bewegingen. Wanneer een taijiquan-beoefenaar zijn vorm loopt dan is het net of hij aan het rusten is. Daarom moet de vorm traag worden uitgevoerd. Bij trage bewegingen wordt de ademhaling rustig en diep, Qi zinkt naar de dantian en er zijn geen ongemakken door een geblokkeerde Qi en bloedsomloop. Denk hieraan wanneer je oefent, en onderga het effect van het rustig zijn, dan zal je beter begrijpen waar het hem bij taijiquan om te doen is.
- Shen stijgt naar de kruin van het hoofd.
- Ontspan de borst en strek de rug.
- Ontspan je middel.
- Maak een onderscheid tussen vol en leeg.
- Laat de schouders en de ellebogen zinken.
- Gebruik je wil, niet je kracht.
- Coördinatie tussen boven- en onderlichaam.
- Interne en externe eenheid.
- Continuïteit, zonder onderbreking.
- Zoek rust in beweging.
Marc Heyvaert