Het onstaan van de Yang stijl

Printvriendelijke versiePrintvriendelijke versie

 Ted Knecht - Yang Style History

Taijiquan ontstond gedurende de 19-de eeuw tijdens de Dao Guang periode van de Qing dynastie. Tot op de dag van vandaag heeft deze stijl dus een geschiedenis van 150 jaar. Op die tijd is Yang stijl erin geslaagd zich over de gehele wereld te verspreiden. Elke dag beoefenen miljoenen mensen deze discipline.

Yang Lu Chan - De Chen dorp jaren. 

Yang Lu ChanDe Yang stijl werd ontworpen door Yang Fu Kui (1799-1872), beter bekend als Yang Lu Chan. Lu Chan werd geboren in een boerenfamilie in het dorp Nan Guan in de regio Yong Nian, deel van de Guang Ping prefectuur in de provincie Hebei. De streek van Yong Nian had een rijke krijgskunstgeschiedenis, en als kleine jongen leerde Lu Chan de Shaolin stijl.

Op een dag, terwijl hij aan het werk was in een graanwinkel, kwam een norse man binnen in de Tai He apotheek die ernaast gelegen was. De man wilde een paar dure kruiden kopen, maar was niet van plan er veel geld voor te betalen. Hij riep en zwaaide met zijn vuisten. Maar de eigenaar van de apotheek liet zich niet intimideren en de man werd schijnbaar zonder enige moeite en zonder veel poespas, hardhandig op straat gegooid. Lu Chan vond het zeer vreemd dat iemand dit zomaar kon, zonder schijnbaar kracht te gebruiken. De naam van de eigenaar van deze apotheek was Chen De Hu.

 

 Na een paar dagen raapte Lu Chan zijn moed bijeen en stapte naar Chen De Hu toe om hem te vragen of hij bij hem in de leer kon komen. Chen reageerde zeer terughoudend, maar toen hij inzag dat Lu Chan eerlijk was en oprechte bedoelingen had, vertelde hij Lu Chan dat hij afkomstig was van het Chen dorp (Chen Jia Gou) in Wen Xian in de provincie Henan. Hij zei dat er in dit dorp vele mensen Taijiquan studeerden. Hij vertelde hem dat zijn leraar de beroemde Taijiquan meester Chen Chang Xing was. Toen hij dit allemaal hoorde was Lu Chan zeer opgewonden en hij wilde dat Chen De Hu hem onmiddellijk introduceerde bij Chen Chang Xing.

De Taijiquan stijl die in het Chen dorp werd beoefend, werd gecreëerd op het einde van de Ming- (1368-1644) en bij het begin van de Qing-Dynastie (1644-1911). De basis van de standaard werd gelegd door Chen Wang Ting, een meester van de 9-de generatie van de Chen familie. Chen De Hu stemde erin toe een aanbevelingsbrief te schrijven om Lu Chan bij zijn leraar te introduceren. Daarop vertrok Lu Chan onmiddellijk naar het Chen dorp. Terwijl hij bij Chen Chang Xing in de leer was, trainde Lu Chan alle dagen zeer hard, zonder onderbreking, winter en zomer. Na zes jaar keerde hij terug naar zijn geboortedorp. Omdat er in zijn dorp zoveel krijgskunstenaars waren die nieuwsgierig uitkeken naar wat Lu Chan had geleerd, werd hij onmiddellijk uitgedaagd tot een gevecht. Hij verloor deze kamp, maar verloor de moed niet. Hij keerde terug naar het Chen dorp en trainde weer gedurende zes jaar. De tweede keer dat hij naar huis terugkeerde was er volop feest voor het nieuwe jaar. De komst van Lu Chan maakte iedereen zeer opgewonden omdat ze dachten dat hij na al deze jaren van training onoverwinnelijk zou zijn. In de streek verbleef er toen een krijgskunstenaar die naast vele vechtstijlen ook de stijl van het Chen dorp had bestudeerd. Toen hij vernam dat Lu Chan was teruggekeerd wilde hij zich met hem meten. Er kwam een kamp tussen hen beiden, maar de uitkomst was onbeslist. Yang Lu Chan trok hieruit als conclusie dat zijn kennis nog niet volledig was alhoewel dat hij tegenover deze ervaren vechter zijn mannetje had kunnen staan. Hij besliste voor een derde keer terug te gaan naar Chen Jia Gou. Toen hij zich terug bij Chen Chang Xin aanbood, was deze zo onder de indruk van de vastberadenheid van Lu Chan, dat hij hem alles onderwees wat hij zelf kende. Na twee jaar van trainen, beweerde Chen Chang Xin hem dat hij met een gerust hart naar huis kon terug keren, dat hij nu voor alle tegenstanders onoverwinnelijk zou zijn. Lu Chan bleef nog langer in het Chen dorp en toen hij uiteindelijk naar zijn dorp terug keerde werd hij daarna nooit meer verslagen. 

Yang Lu Chan trainde in het totaal 18 jaar bij Chen Chang Xin. Alhoewel hij alles leerde van de Taijiquan stijl van Chen Chang Xin, was hij nog steeds niet volledig tevreden met zijn eigen kunnen. Lu Chan bleef voortdurend elk aspect van zijn stijl onderzoeken en hij werd zeer bedreven en verwierf een zeer sterke reputatie.

Yang Lu Chan - De Beijing jaren

Een paar jaar na zijn terugkeer werd Lu Chan door Wu Lu Qing, een ver familielid, uitgenodigd om zijn krijgskunst te onderwijzen in Beijing. Wu Lu Qing was een officieel ambtenaar van Keizer Dao Guang. Toen hij in de hoofdstad aankwam, kon hij als gast logeren bij meneer Zhang, een rijk zakenman. Meneer Zhang was begonnen met een bescheiden zaak, die sterk was gegroeid, zodat hij zeer welstellend was. In de organisatie van meneer Zhang werden ook krijgskunsten aangeleerd.

Lu Chan ontmoette de familie Zhang een eerste keer op een banket waarop vele krijgskunstenaars aanwezig waren en waar elke aanwezige zijn stijl zou demonstreren. Yang Lu Chan was nogal klein en tenger gebouwd en als een vorm van belediging plaatste men hem achter een krijgskunstenaar met een grote gestalte, die zich klaarmaakte voor zijn demonstratie. Nadat Yang Lu Chan zijn demonstratie had beëindigd vroeg meneer Zhang hem of deze Katoen Vuist van Yang Lu Chan wel effectief genoeg was om een tegenstander in een echt gevecht te verslaan. Lu Chan antwoordde dat buiten brons, ijzer of steen, zijn vuisten alles en iedereen van vlees en bloed te baas konden. Daarop vroeg de man of Lu Chan bereid was op een uitdaging in te gaan. Lu Chan was onmiddellijk akkoord en zegde dat hij gelijk welke uitdaging, van wie ook onder de aanwezigen zou aanvaarden. Hierop gingen de gasten naar buiten, naar de binnenplaats om de gevechten te kunnen zien. Bij het eerste gevecht kwam een krijgskunstenaar woest als een tijger op Lu Chan afgerend. Wanneer beide vechters contact maakten, tilde Lu Chan zijn armen op en de man vloog een paar meter door de lucht. Onmiddellijk hierna, kwam een ander man op hem af. Zonder de techniek zelfs volledig af te werken, vloog hij verschillende meters over de grond. Hierna had niemand nog zin om Lu Chan te testen. Iedereen ging terug naar binnen en Lu Chan kreeg een ereplaats aan tafel en werd door iedereen geprezen. Vanaf die dag onderwees Yang zijn krijgskunst in de Zhang residentie.

Na deze kampen bij de Zhangs kwamen er van overal krijgskunstenaars om Yang Lu Chan uit te dagen, maar hij won keer op keer. Daarom kreeg hij de bijnaam, Yang de onoverwinnelijke. Wu Lu Qing introduceerde Lu Chan bij vele mensen uit de Keizerlijke kringen en hij leerde velen onder hen Taijiquan. Hierdoor werd deze discipline vrij populair in de hoofdstad. Uiteindelijk nodigde de Keizerlijke familie hem uit om in hun residentie te wonen en te onderwijzen. Hierop liet Yang Lu Chan zijn twee zonen overbrengen naar de hoofdstad en begon hij Taijiquan te onderwijzen in het paleis.

Yang Ban Hou

Yang Ban Hou (1837-1892) was de tweede zoon van Yang Lu Chan (zijn eerste zoon is op vroege leeftijd overleden).

Ban Hou leerde van kindsbeen af Taijiquan bij zijn vader. Hij was zeer bedreven en was zeer vastberaden maar ook opvliegend. Op een dag kwam er een krijgskunstenaar, met als bijnaam man met 10.000 pond kracht, naar Beijing om er Yang Lu Chan uit te dagen. Toen dit nieuws de Yang familie bereikte, besloot Yang Lu Chan om niets te ondernemen. Maar Ban Hou vroeg zijn vader waarom een handelaar die iets te verkopen had en mensen dit graag wilden kopen, deze handelaar zijn goederen niet zou aanbieden. Waarmee hij bedoelde dat indien de familie echte krijgskunst meesterschap bezat, zij op de uitdaging moesten ingaan. Consequent met zichzelf, ging Ban Hou alleen naar de man toe om hem te bekampen. Voor het gevecht begon, trok de man zijn hemd uit en toonde zijn gespierde lichaam aan de toeschouwers. Yang Ban Hou, met zijn tenger lichaam, wachtte gewoon de aanval af. Dan besloot de uitdager de aanval in te zetten. In een paar passen was hij bij Ban Hou maar deze ontweek de aanval. De man ging onmiddellijk terug in de aanval door herhaaldelijk naar Ban Hou’s gezicht te boksen. Plots hoorde het publiek een luide schreeuw, en de uitdager vloog ettelijke meters door de lucht. Het was allemaal nogal verward, maar schijnbaar had Ban Hou met een hieltrap de man in zijn geslachtsdeel geraakt. Onder luid gejuich en bewonderende commentaren ging Ban Hou terug naar het paleis.

Yang Jian Hou en zijn kinderen

Yang JianhouDe derde zoon van Yang Lu Chan was Yang Jian Hou (1839-1917). Zijn Taijiquan was een harmonieus mengsel van harde en zachte technieken. Hij was zeer goed in de emissie van energie (fa jin) en in het gebruik van slagzwaard, rechte zwaard en speer. Hij was ook zeer hartelijk. Wanneer Jian Hou met anderen oefende, keek hij nooit neer op zijn tegenstrevers, daarom werd hij ook nooit verslagen. 

De derde generatie Yang stijl krijgskunstenaars bestond uit Yang Ling Xiao (1872-1930) ook gekend als Yang Zhao Peng, de zoon van Yang Ban Hou. Hij studeerde samen met Chen Xiu Feng, één van de leerlingen van Ban Hou. De eerste zoon van Yang Jian Hou was Yang Zhao Xiong (1862-1930), ook gekend onder de naam van Yang Shao Hou. Shao Hou leerde reeds als kind Taijiquan en kon zeer goed kampen. Hij bewoog snel en had zeer stabiele posities. Shao Hao specialiseerde zich in het kleine kader. Slechts weinig mensen kennen deze variant van de Yang stijl. Sommigen vinden dat deze technieken te sterk gericht zijn op de toepassingen en wensen dit niet aan anderen te leren. Misschien is dit de reden waarom er minder en minder beoefenaars van deze variant te vinden zijn. Het kleine kader leunt meer aan bij de toepassingen dan bij de gezondheidsaspecten van Taijiquan. Omdat de vormen hier snel worden uitgevoerd, noemt men het soms het snelle kader of het snelle kleine kader. Dit kleine kader ontstond naar jaren onderzoek door Yang Lu Chan, waarbij hij de essentie van Taijiquan en diverse vechttechnieken combineerde tot een routine waar ook qigong, massage en de theorie van de meridianen in opgenomen werd. De kleine kader stijl heeft op het ganse lichaam een groot effect, hoewel het gekenmerkt wordt door kleine levendige bewegingen. De vorm bevat meer dan 200 bewegingen die in minder dan 2 minuten worden uitgevoerd. De posities zijn laag met het hoofd niet meer dan 4 voet boven de grond. De toepassingen moeten regelmatig worden geoefend en worden gecombineerd met het gebruik van inwendige energie. Het kleine kader wordt doorgaans door jonge mensen beoefend en lijkt helemaal niet op Taijiquan, zoals wij ons dat voorstellen. Toch bevat deze kleine kader-stijl niet alleen snelheid, kracht en lichtvoetigheid, maar ook de essentiële kenmerken van Taijiquan: ontspanning, rust, ronde bewegingen en zachtheid.

Yang Cheng Fu

Yang Zhao Qing (1883-1936), beter bekend als Yang Cheng Fu, was de derde zoon van Yang Jian Hou. Cheng Fu was een zeer hartelijk en intelligent man. Hij kreeg van zijn vader een zeer grondige Taijiquan opleiding. Zijn Taijiquan was als een naald verborgen in een prop katoen. Zijn posities waren groot, ontspannen en zeer dynamisch. De grote kader stijl van Yang Cheng Fu kan uitgevoerd worden met hoge, gemiddelde of lage posities, afhankelijk van de leeftijd, geslacht, conditie, enz. van de beoefenaar. Hierdoor komt het dat Yang stijl Taijiquan kan gebruikt worden om in goede gezondheid te blijven of te herstellen van een ziekte, maar ook om het lichaam te versterken en uiteraard om een goede krijgskunstenaar te worden. Daarom vinden zovele mensen deze stijl zo geschikt voor hun doeleinden.

Yang Cheng Fu werd geboren op 7 juli 1883 en is overleden op 3 maart 1936. Hij leerde Taijiquan in Beijing onder de leiding van zijn vader. Pas na diens dood trok hij naar het Zuiden van China om er Taijiquan te onderwijzen. Hij verbleef in verschillende steden, o.a. in Wuhan, Hankou, Nanjing en Hangzhou.

In 1925 publiceerde Yang Cheng Fu samen met Chen Wei Ming het boek De kunst van Taijiquan en in dit boek werden ook foto’s van Yang Cheng Fu gebruikt om de vorm te illustreren. In 1931 volgde er een tweede boek, De toepassingen van Taijiquan, met nieuwe foto’s. In 1928 werd Yang gevraagd als hoofd van de Wudang afdeling van de Guo Shu Academie van Nanjing. Later werd hem ook gevraagd de leiding te nemen van de Provinciale Zhejiang Guo Shu Academie in Hangzhou.

In 1930 ging Cheng Fu in Shangai wonen waar hij een boek publiceerde met als titel: De complete principes en theorieën van Taijiquan. In 1932 werd hij door Chen Ji Tang en Li Zong Ren uitgenodigd om in Guangzhou Taijiquan te onderwijzen. Twee jaar later keerde hij terug naar Shangai. Nadat Chen Fu Beijing verlaten had om in het Zuiden van China les te gaan geven, legde hij steeds minder de nadruk op de toepassingen van Taijiquan en meer op de gezondheidsaspecten. Wanneer Yang Cheng Fu de eerste keer in Shangai arriveerde werd hij door de Zachte Vuist Genootschap gevraagd een demonstratie te geven. Bij de beweging schop met de hiel gebruikte hij zoveel energie dat er een klap te horen was. Later wijzigde hij deze trap zodat de beweging traag en vloeiend werd. Lage vuiststoot werd vroeger ook uitgevoerd met grote kracht op het einde, maar in latere jaren eveneens gewijzigd. Beetje bij beetje veranderde hij de manier waarop de vorm werd gelopen tot wanneer alle posities traag en vloeiend, zonder onderbreking, werden uitgevoerd.

Yang Cheng Fu was een grote man en hij was zeer goed in handen duwen. Hij was zeer bedreven en voelde de tegenstander goed aan. Hij was ook zeer snel en kon van op zeer korte afstand zo’n kracht ontwikkelen dat hij zijn tegenstanders meters door de lucht liet vliegen zonder ze te kwetsen of zelfs maar pijn te doen. Toen Cheng Fu hoofdinstructeur was aan de Zhejiang Provinciale Guo Shu Academie in Hangzhou, was er een instructeur in Tai Yi Boksen -zijn naam was Guo Shou Wu- die neerkeek op Yang Stijl Taijiquan. Hij was vaak onbeschoft tegen Cheng Fu. Op een dag kon Cheng Fu zijn gedrag niet meer negeren. Gao richtte een speer op hem en daagde hem uit tot een kamp. Cheng Fu haakte schijnbaar zonder moeite zijn arm achter de speer en deze vloog uit Gao’s handen op de grond. Na deze ervaring wijzigde Gao zijn houding.

Yang Cheng Fu - Het verhaal van de katoendraad

In 1932 trokken Yang Cheng Fu en zijn leerling Fu Zhong Wen naar het zuiden, naar Guang Zhou in de provincie Dong om er Taijiquan te onderwijzen. Op een dag kwam een andere krijgskunstenaar hen met zijn leerlingen opzoeken. Voortgaand op de manier waarop hij gekleed was en hoe hij zich gedroeg, leidde meester Yang af dat hij zeer bedreven moest zijn. Liu stak zijn hand op, groette meester Yang en zei: Het is algemeen geweten dat u bijzonder goed bent in Taijiquan en dat de laatste drie generaties uw familie onoverwonnen was. Ik ben speciaal naar hier gekomen om u aan het werk te zien.

Meester Yang begreep onmiddellijk dat Liu gekomen was om zich met hem te meten en dat een duel onvermijdelijk was. Dan dacht Cheng Fu plots aan een manier waarop hij het gevecht kon vermijden zonder de wetten van de krijgskunst (Wu Lin) te overtreden. Hij liet zijn leerling, Fu Zhong Wen, een stuk katoendraad van ongeveer 30 centimeter halen. De jonge Fu was geshockeerd want katoendraad werd gebruikt als geheime trainingsmethode bij de Yangs. Het was nooit voorheen aan buitenstaanders getoond.

Meester Yang warmde zich een beetje op met de bewegingen Grijp de vogel bij de staart en Wolkenhanden; daarna nam hij het uiteinde van de katoenen draad tussen duim en wijsvinger en vroeg wie zich sterk genoeg waande om de draad kapot te trekken. Toen hij dit hoorde grijnsde Liu en stuurde er één van zijn leerlingen op uit om de uitdaging aan te nemen. De leerling greep het andere uiteinde van de draad beet en vroeg : Zullen we beginnen? Meester Yang antwoordde : Wanneer je maar wil. Hierop trok de leerling zeer hard aan de draad, maar Meester Yang volgde zijn beweging. De leerling veranderde plots van richting, maar zonder twijfelen volgde Yang hem. Dit ging zo een tijdje door, zonder dat de uitdager erin slaagde de draad te breken. Tijdens de hele kamp bleef de draad wel gespannen tussen de twee mannen, van welke richting de kracht ook kwam.

Liu zag wat er gebeurde en riep zijn leerling terug. Hij warmde zich op, sprong in de lucht en voerde een aantal spectaculaire trappen uit. Dan sprong hij naar Yang, soepel en snel als een haas, en greep het andere uiteinde van de draad.. Maar Yang was even snel. Zonder aarzelen sprong Liu achteruit in een poging om de draad te breken, maar Yang Cheng Fu volgde hem en voorkwam dat de draad brak. Vervolgens sprong Liu zo snel als een pijl uit een boog naar voor, vervolgens naar links, dan naar rechts en verder in alle richtingen. Nooit was er enig contact tussen Liu en Yang. De manier waarop ze bewogen leek op een draak lantaarn in de nacht. Alle toeschouwers waren onder de indruk van wat Yang Cheng Fu deed. De draad bleef intact en bleef de hele tijd gespannen. Na enige tijd was Liu buiten adem en helemaal bezweet, terwijl Meester Yang kalm en ontspannen was en helemaal niet moe leek. Wanneer de kamp voorbij was, besefte Liu hoe goed Yang wel was en gaf een groot banket om hem te eren. Vanaf die dag werden Liu en Yang zeer goede vrienden. Net zoals zijn vader en grootvader voor hem, had Yang Cheng Fu zijn vaardigheid om kracht te begrijpen (Dong Jin) en waar te nemen (Ting Jin) enorm aangescherpt. Hij kon zonder de minste moeite elke beweging van zijn tegenstander volgen. Zelfs vandaag wordt dit verhaal, hoe je met een stuk katoendraad kan bewijzen dat je de betere krijgskunstenaar bent, verteld in de streek rond Guang Zhou.

Yang Lu Chan bouwde voort op de oude Taijiquan stijl die op de Chen stijl was gebaseerd en paste deze aan zodat iedereen Taijiquan kon leren, op gelijk welke leeftijd. Iedereen noemde het Yang Stijl Taijiquan. Deze stijl kwam tot stand na 2 generaties evolutie van vader op zoon. Yang Cheng Fu zorgde voor de formele standaardisering van de stijl. De posities werden groot en comfortabel; de structuur strikt en veeleisend, het lichaam recht en de bewegingen harmonieus, vloeiend, licht en sterk geworteld in voeten en benen.

Taijiquan komt tot bloei

Dank zij het harde werken van de derde generatie van de Yangs werd Taijiquan zeer populair en ontwikkelde zich tot wat het vandaag geworden is. Daarenboven ontstonden er vanuit de Yang Stijl ook andere stijlen. Als voorbeeld vernoemen wij Wu Yu Xiang, een leerling van Wu Lu Qing, die Wu Stijl Taijiquan ontwikkelde. Wu Yu Xiang gaf zijn stijl door aan Hao Wei Zhen die later de Hao Stijl Taijiquan ontwierp. Hao Wei Zhen gaf zijn stijl door aan Sun Lu Tang die dan weer aan de oorsprong lag van de Sun Stijl. Yang Ban Hou had Quan Hou als leerling en deze gaf de Stijl door aan zijn zoon Wu Jian Quan, en zo ontstond (een andere) Wu Stijl. Samenvattend kan gesteld worden dat de Yang Stijl aan de oorsprong ligt van de Wu, Hao, Sun en Wu stijlen.

In 1956 nam de Nationale Chinese Sport Associatie een aantal posities van de Yang Stijl Taiji en creëerde een vereenvoudigde versie van de vorm. Daarna kwamen er ook vormen met 88 en 48 posities. In de 150 jaar dat de Yang Stijl zich ontwikkelde, leerde Yang Lu Chan zijn kunst aan Yang Ban Hou, Yang Jian Hou, Wang Lan Ting, Wu Yu Xiang, en vele anderen. Yang Ban Hou gaf de stijl door aan Wan Chun, Quan You, Hou De Shan, Chen Xia Feng, Zhang Xin Yi, Li Lian Fang, Zhang Ying Tang en vele anderen. Yang Jian Hou onderwees Yang Shao Hou, Yang Cheng Fu, Xu Yu Sheng, Liu Sheng Kui, Zhang Yi en vele anderen. Yang Shao Hou onderwees Liu Xi Zhan, Zhao Ling, You Zhi Xue, Wu Tu Nan en anderen. Wu Tu Nan was eerst een leerling van Wu Jian Quan van de Wu Stijl en pas later was hij gedurende vier jaar de leerling van Yang Ban Hou. Wu Tu Nan werd uiteindelijk de vice voorzitter van de Beijing Wushu Associatie. Hij stierf in 1989 op een leeftijd van 105 jaar.

De meeste Yang Stijl adepten werden echter door Yang Cheng Fu gevormd. Naast zijn kinderen waren zijn beroemdste leerlingen Li Chun Nian, Zhao Bin, Dong Ying Jie, Fu Zhong Wen, Yang Zhao Xin, Tian Zhao Ling, Chen Wei Ming, Zhang Qing Lin, Wang Ting Xing en Zhen Man Qing. Li Chun Nian (Ya Qian) gaf zijn kunst door aan zijn dochter, Li Min Di en aan Chen Lung Xiang. Dong Ying Jie onderwees o.a. Liu Tong Lu, Lian Chong Shu, Zhang Xin en Chen Ning. Tian Zhao Ling had als leerlingen Ye Da Mi, Zheng Zuo Ping, Zhang Jing Qi, Chen Yi Hu en anderen.

De zonen van Yang Cheng Fu

Yang Zhen Ming (1911-1985) was de oudste zoon van Yang Cheng Fu. Zhen Ming verbleef jarenlang in Hong Kong, waar hij een boek publiceerde met als titel : Praktisch gebruik van Taijiquan. Hij gaf zijn kunnen door aan zijn dochters Ma Li en Jun Li, en ook aan Ye Da De, Zhu Zhen Wu en Zhu Jing Xiang. Yang Zhen Ji (1922- ), de tweede zoon van Cheng Fu, begon met Taijiquan toen hij vijf jaar oud was. Wanneer hij negen was begon hij aan een strikte opleiding bij zijn vader. Elke avond liep hij minstens drie keer de vorm, anders kon hij de slaap niet vatten. Yang Zhen Duo (1926- ), derde zoon van Yang Cheng Fu, leerde Taijiquan van zijn vader toen zij in Hangzhou verbleven, daarna leerde hij van zijn oudere broers (en waarschijnlijk van Fu Zhong Wen - noot van de vertaler). Yang Zhen Duo onderwijst nu in de provincie Shanxi (en geeft, samen met zijn kleinzoon en opvolger Yang Yun die in de USA woont, seminaries in de hele wereld - noot van de vertaler). Hij is lid van de Raad van Beheer van de Chinese Wushu Associatie en directeur van de Provinciale Shanxi Yang Stijl Taijiquan Associatie. De vierde zoon van Yang Cheng Fu, Yang Zhen Guo (1928- ) leerde enkel van zijn ooms, omdat zijn vader stierf toen hij nog zeer klein was. Hij en Yang Zhen Ji waren Taijiquan instructeurs in Tianjin.

 

Vertaling: Marc Heyvaert - Studiecentrum voor Tai Ji Quan

Bron: http://tedknecht.blogspot.com/2009/05/yang-style-taijiquan-history.html  - gepubliceerd met toestemming van de auteur