In 1979 creëerde professor Lin Housheng de Taiji Qigong 18 Oefeningen reeks ondertussen algemeen bekend onder de naam shibashi (spreek uit: sheubasheu; letterlijke vertaling 18 posities). Professor Lin was daarmee één van de eersten die de aloude kennis over qigong in de Chinese cultuur terug onder de aandacht bracht en een praktische vorm gaf. Als wetenschapper publiceerde hij ook vele artikels en boeken over qi-energie. Later ontwikkelde hij ook nog bijkomende qigong reeksen, telkens met 18 oefeningen.
Door de wiegende bewegingen en de zachte stretching worden alle organen zachtjes gemasseerd. Je stimuleerd de qi-meridianen en de belangrijkste accupunctuurpunten. De oefeningen hebben een weldoend effect op de bloedsomloop en de spijsvertering. Door het effect van de oefeningen op de borstkas wordt de ademhaling gestimuleerd en dit is goed voor hart en longen. Deze oefeningen verlagen ook stress en spanningen in je lichaam.
Doorheen de jaren ontwikkelde Lin Housheng nog 5 andere sets van 18 posities. Dit is de tweede set.
Lijst van posities
Naam | |
---|---|
1 | Adem regelen |
2 | Qi circuleren |
3 | De wind waait door de wilgen |
4 | Zoeken naar een naald op de bodem van de zee |
5 | De visser gooit zijn net uit |
6 | De onsterfelijke wijst de weg |
7 | Trappen |
8 | De kraanvogel bidt tot de maan |
9 | De gele draak toont zijn klauwen |
10 | Met de boog schieten |
11 | Twee draken rijzen op uit de zee |
12 | Golven maken |
13 | De leeuw speelt met de bal |
14 | Omhels de maan |
15 | De feniks slaat zijn vleugels uit |
16 | Sla om de oren |
17 | Qi rond de dantian laten cirkelen |
18 | Qi vergaren |
De namen van de oefeningen zijn vrij gebaseerd op het Chinees.