China is het land van de krijgskunsten. Er is een eeuwenoude traditie en een ongelooflijke verscheidenheid aan martiale kunst. Alle mogelijke aspecten van de vechtkunst komen daarbij aan bod: worstelen, boksen en vele wapens waaronder een heleboel zeer exotisch tuig. De meeste van deze krijgskunsten leggen de nadruk op kracht, snelheid, behendigheid, enz. Wij kennen deze manier van vechten uit de vele kungfu (gongfu) films die in Hong Kong werden gemaakt. Maar er zijn ook andere Chinese krijgskunsten, de zogenaamde interne stijlen waar het innerlijke van de beoefenaar wordt getraind, waar de nadruk meer ligt op innerlijke rust en subtiele technieken waarbij de mogelijkheden van het lichaam optimaal worden benut om in zekere zin echt onoverwinnelijk te worden.
Taijiquan is zo een interne krijgskunst. Taijiquan is ontstaan uit de ervaringen van vele tientallen generaties soldaten, burgerwachters, vechtmonniken, krijgsheren en andere mensen die begaan waren met het behoud van hun bezittingen, hun leven, hun familie. Later werd taijiquan gezien als dé weg om te midden van het geweld van de oprukkende Westerse beschaving, de Chinese cultuur te blijven beleven. Taijiquan werd ook vroeger beschouwd als een ideale manier om lichamelijk en geestelijk gezond en fit te blijven. In deze rubriek vind je meer informatie over de historische en culturele achtergrond van onze sport. Daarnaast vind je hier ook uitgebreide beschrijvingen van de belangrijke taiji-routines die vandaag nog worden beoefend.