Oorsprong
Einde van de jaren 80 van de vorige eeuw groeide het besef in Chinese wushu middens dat om van wushu een echte sport te maken er vaste standaarden nodig waren. Niet dat men de traditionele stijlen wou verloochenen, maar op kampioenschappen was het zeer moeilijk om de prestaties van atleten die verschillende stijlen beoefenden met elkaar te vergelijken. In 1989 werden commissies opgericht die standaardroutines moesten uitwerken voor een hele reeks wushu stijlen en dus ook voor taijiquan. Zo kwamen er competitieroutines voor de 5 grote stijlen en ook een 'gecombineerde routine' met posities uit de belangrijkste interne stijlen. Dit was de 42-vorm en deze werd vrij snel door de taijiquan gemeenschap aanvaard als dé competitie routine die het niveau van een atleet kon bepalen.
De 42-vorm ontstond niet uit het niets. De meesters die deze vorm ontwierpen lieten zich sterk beïnvloeden door de al bestaande 48- en 32-vormen die ook posities van verschillende stijlen bevatten. Dat Men Huifeng, de oorspronkelijke ontwerper van de 48-vorm meewerkte aan de 42-vorm zal hier zeker in meegespeeld hebben.
Technisch
De 42-vorm heeft de volgende technische kenmerken:
- Het is een competitieroutine die alle nodige posities, bewegingen, trappen, enz. bevat die van in een wedstrijd verwacht worden. De duur is ook minder dan 6 minuten, wat één van de vereisten is.
- De 42-vorm is gebaseerd op een aantal verschillende taijiquan-stijlen, maar de meeste posities komen wel uit de Yangstijl (zie tabel)
- De idee van een routine die uit verschillende stijlen bestaat was nog vrij vernieuwend. Het verhoogt de moeilijkheidsgraad en zorgt ervoor dat de beoefenaar in een korte routine veel van zijn kunnen kan demonstreren.
- De 42-vorm is niet te moeilijk, de uitvoering ervan ligt binnen het bereik van elke gemotiveerde taijiquan-beoefenaar, maar hij is fysiek redelijk veeleisend zodat het een ideale oefenvorm is om de fysieke conditie op peil te houden.
- Er werd ook aandacht besteed aan balans en symmetrie van de vorm zodat het hele lichaam zich op een evenwichtige manier ontwikkelt.
Lijst van posities
Positie | Naam | Chinese naam | Pinyin transcriptie | Stijlen |
---|---|---|---|---|
eerste sectie | ||||
1 | De opening | 起势 | qi3 shi4 | Yang |
2 | Grijp de staart van de vogel (rechts ) | 右揽雀尾 | you4 lan3 que4 wei3 | Yang, Wu, Sun |
3 | Enkele zweep (links) | 左单边 | zuo3 dan1 bian1 | Yang |
4 | Til de handen | 提手 | ti2 shou3 | Yang |
5 | De witte kraanvogel spreidt zijn vleugels | 白鹤亮翅 | bai2 he4 liang4 chi4 | Yang |
6 | Borstel de knie en draai stap | 搂膝拗步 | lou1 xi1 ao4 bu4 | Yang |
7 | Schuin slaan met de vuist | 撇身捶 | pie1 shen1 chui2 | Yang |
8 | Lu Ji positie | 捋挤式 | lü3 ji3 shi4 | Yang |
9 | Stap op, haal weg, blokkeer en stoot met de vuist | 进步搬拦捶 | jin4 bu4 ban1 lan2 chui2 | Yang |
10 | Alsof je verzegelt en sluit (Schijnaar sluiten) | 如封似闭 | ru2 feng1 si4 bi4 | Yang, Sun |
tweede sectie | ||||
11 | Handen openen | 开合手 | kai1 he2 shou3 | Sun |
12 | Enkele zweep | 右单鞭 | you4 dan1 bian1 | Sun |
13 | Vuist onder de elleboog | 肘底捶 | zhou3 di3 chui2 | Yang |
14 | Draai en duw | 转身推掌 | zhuan3 shen1 tui1 zhang3 | Sun |
15 | Het mooie meisje werpt de schietspoel | 玉女穿梭 | yü4 nü3 chuan1 suo1 | Yang, Wu |
16 | Trap met de hiel (rechts en links) | 右左蹬脚 | you4 zuo3 deng4 jiao3 | Yang, Sun, Wu |
17 | Bedek de hand en sla de vuist uit | 掩手肱捶 | yan3 shou3 gong1 chui2 | Chen |
18 | Het wilde paard schudt de manen los | 野马分鬃 | ye3 ma3 fen1 zong1 | Chen |
derde sectie | ||||
19 | Wolkenhanden | 云手 | yun2 shou3 | Yang |
20 | Sta op één been en sla de tijger | 独立打虎 | du2 li4 da3 hu3 | Wu |
21 | Schop met de rechtervoet | 右分脚 | you4 fen1 jiao3 | Yang |
22 | Sla met beide vuisten naar de oren | 双峰贯耳 | ye3 ma3 fen1 zhong1 | Yang |
23 | Schop met de linkervoet | 左分脚 | zuo3 fen1 jiao3 | Yang |
24 | Draai rond en sla op de voet | 转身拍脚 | zhuan3 shen1 pai1 jiao3 | Chen |
25 | Stap op en stoot met de vuist naar beneden | 进步栽捶 | jin4 bu4 zai1 chui2 | Yang |
26 | Schuin vliegen | 斜飞式 | xie2 fei1 shi4 | Wu |
27 | Enkele zweep en naar beneden steken | 单鞭下势 | dan1 bian1 xia4 shi4 | Yang |
28 | De gouden haan staat op één been | 金鸡独立 | jin1 ji1 du2 li4 | Yang |
29 | Stap terug en steek met de hand | 退步穿掌 | tui4 bu4 chuan1 zhang3 | Wu, Yang |
vierde sectie | ||||
30 | Lege stap, duw met je hand naar beneden | 虚步压掌 | xu1 bu4 ya1 zhang3 | Sun |
31 | Sta op één been, ondersteun met je hand | 独立托掌 | du2 li4 duo1 zhang3 | Chen |
32 | Ruiterstand (mabu) stoot met de schouder (kao) | 马步靠 | ma3 bu4 kao4 | Tuishou |
33 | Draai rond, grote lü techniek (da lü) | 转身大捋 | zhuan3 shen1 da4 lü3 | Tuishou |
34 | Schuin stappen, grijpen en toeslaan | 歇步擒打 | xie1 bu4 qin2 da2 | Xingyi quan |
35 | Steek met de handpalmen naar beneden | 穿掌下势 | chuan1 zhang3 xia4 shi4 | Wu |
36 | Stap op naar de zeven sterren positie | 上步七星 | shang4 bu4 qi1 xing1 | Yang |
37 | Stap terug en zit op de tijger | 退步跨虎 | tui4 bu4 kua4 hu3 | Wu |
38 | Draai rond en lotusschop | 转身摆莲 | zhuan3 shen1 bai3 lian2 | Bagua zhang, Yang |
39 | Span de boog op en schiet naar de tijger | 弯弓射虎 | wan1 gong1 she4 hu3 | Yang |
40 | Grijp de vogel bij de staart, links | 左揽雀尾 | zuo3 lan3 que4 wei3 | Yang |
41 | Kruis de handen | 十字手 | shi2 zi4 shou3 | Yang |
42 | Afsluiten | 收势 | shou1 shi4 | Yang |
rugaanzicht van de vorm door Chen Sitan